Hoofdstuk 4
Lijnen en hoekenKies je onderwerp
4.1 Lijnen
In deze paragraaf leer je over het tekenen van loodrechte lijnen en evenwijdige lijnen. Een lijn is altijd recht. Ook is een lijn oneindig lang (allebei de kanten op). Je hebt een aantal bijzondere lijnen. Twee voorbeelden zijn de loodrechte lijn en de...
4.2 Hoeken
In deze paragraaf leer je over wat hoeken eigenlijk zijn, je leert kijkhoeken gebruiken en je leert de eigenschappen van 6 bijzondere hoeken. Een kijkhoek is de hoek tussen twee kijklijnen in. Kijklijnen gebruik je om in een bovenaanzicht het gebied aan te...
4.3 Hoeken meten
In deze paragraaf leer je hoe je een hoek kunt opmeten. Je kunt bij een hoek aangeven hoeveel graden deze hoek is. Je hebt het dan over hoe groot de hoek is. Bijvoorbeeld: hoek A = 65 graden. Hoe groot een hoek is kun je opmeten met je geodriehoek. In het boek...
4.4 Hoeken tekenen
In deze paragraaf leer je hoe je een hoek kunt tekenen die precies een aantal graden groot is. Ook leer je hoe je een driehoek tekent als je weet hoe lang één zijde is én als je weet hoe groot twee van de drie hoeken zijn. Ook om een hoek precies te tekenen...
4.5 Hoekensom driehoek
In deze paragraaf leer je hoe je de hoekensom van een driehoek kunt gebruiken om te berekenen hoe groot een hoek is. Je hebt al geleerd hoe je een hoek kunt opmeten met je geodriehoek om aan te geven hoe groot een hoek is. Opmeten is helaas altijd een beetje...